Terug naaar Tijdmachine

1627

Babies met schurft

Als landdeken bezoekt pastoor Gaspar Witte van Oosterhout ieder jaar alle parochies van zijn dekenaat. Hij controleert dan of de priesters zich aan de regels houden. Een belangrijk item op zijn lijstje is de toediening van de heilige sacramenten. Een daarvan is het doopsel. Volgens de regels moet een kind zo snel mogelijk na de geboorte worden gedoopt; normaal in de kerk, maar als het kind gevaar loopt te sterven mag dat thuis. Het komt vaak voor dat de dopelingen schurft hebben. Dat is een huidziekte waarbij een mijt onder de huid gangen graaft. Dit veroorzaakt veel jeuk en de huid wordt er schubbig en zwart van. Pastoor Witte verbiedt zijn priesters de kinderen boven de doopvont te houden. Zij moeten het water er met de hand uitscheppen, over het hoofd van de baby gieten en het daarna wegdoen. Anders raakt het doopwater vervuild door de schurftige haren en het spuug van de kleintjes.