Terug naaar Tijdmachine

1827

Dagloners

Een opgave van de armenfondsen maakt melding van 402 mannen, 556 vrouwen en 343 kinderen die tot de stand van de dagloners behoren. Op een bevolking van ruim 7000 zielen is dat bijna 19%. De armenfondsen geven daarmee aan, hoeveel mensen ze in de winter meestal een tijdje moeten bedelen, omdat die dan geen werk en geen geld hebben. Dagloners hadden geen vaste baan en geen beroep; ze werden per dag ingehuurd voor allerlei klussen. Polderjongens en trekarbeiders werden ook tot deze groep gerekend.