Eind 1900 begon Smits met de bouw van een grote, moderne, nieuwe brouwerij aan de Bredaseweg, die in 1901 geopend werd. In mei werd de stoomketel geplaatst, die was zo zwaar dat hij niet met paard en wagen kon worden vervoerd. Het familiebedrijf werd omgezet in de N.V. Noord-Brabantsch-Beiersch Bierbrouwerij. De fabriek maakte vooral ondergistend bier, dat werd verkocht in alle grote Brabantse en Hollandse steden. Het productieproces was vergaand gemechaniseerd. Er werkten 35 mensen, bijzonder weinig voor een productie van enkele miljoenen liters per jaar.