Terug naaar Tijdmachine

1946

Losgeslagen jeugd

Het gemeentebestuur is zeer bezorgd over de gevolgen van de oorlogsperiode voor de normen en waarden. In een brandbrief aan de hoofden van scholen van 16 juli 1946 schrijft burgemeester Van Oers dat hem veel klachten bereiken over ‘bandeloos en tuchteloos’ optreden van jongens én meisjes. De burgemeester somt een waslijst van vernielingen op: plaveisel dat uit straten wordt gehaald, vernielde bomen, beschadigde noodwoningen. Het kost de gemeenschap volgens de burgemeester zeker honderd gulden per week ‘en dat in een tijd waarin wij allen moeten samenspannen om datgene wat de vijandelijke bezetter ons met de bevrijding overliet, te behouden’.