Terug naaar Tijdmachine

1845

Aardappelcrisis en misoogsten

De boeren waren niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid mest, maar ook van het weer. Te nat of te droog weer kon de oogst laten mislukken. Ziekten in het gewas konden de oogst laten mislukken. Vanaf 1846 heerste in heel Europa een schimmelziekte in de aardappelen (phytophtora infestans) die de aardappelen tot slijmerige, oneetbare knollen maakte. Voor de rogge waren 1847 en 1852-1855 erg slecht. Er was dus te weinig voedsel. De prijzen liepen torenhoog op. Brood en aardappelen waren voor veel mensen niet meer te betalen. Een kwart van de Oosterhoutse bevolking was afhankelijk van de armenfondsen.