Terug naaar Tijdmachine

1798

De strijd om de Sint Jan barst los

De grondwet van 1798 gaf alle burgers vrijheid van godsdienst. De kerken die in 1648 door de gereformeerden in beslag waren genomen, konden desgewenst weer in katholieke handen komen. Het dorpsbestuur moest dat dan binnen zes maanden regelen. De katholieken wilden graag hun kerk terug. De protestante gemeente wilde die alleen tegen een schadeloosstelling afstaan. Het dorpsbestuur deed het volgende voorstel: de Sint-Jan was 23.000 gulden waard, de pastorie 4.750 gulden en het orgel 2.000. Aan renten en landpachten bezat de gereformeerde gemeente 4.625 gulden. In totaal dus een bedrag van 33.675 gulden. Het aantal katholieken werd geraamd op 5500, het aantal gereformeerden op 300, een verhouding van 1:18 Dat leidde tot de rekensom dat de katholieken 1.772 gulden aan de gereformeerden moesten betalen als schadeloosstelling. Beide kanten protesteerden heftig. Na zes maanden was er geen overeenstemming bereikt. Alles bleef dus zoals het was.