Terug naaar Tijdmachine

1660

Trekarbeiders

Trekarbeid bleef een belangrijke plek innemen. Vooral in Zuidwest-Nederland werden polders ingedijkt of dijken hersteld na stormvloeden. Voor dit werk, dat met schop en kruiwagen moest worden gedaan, was veel werkvolk nodig. Rond 1660 zijn er Oosterhouters die dijken bouwen in Scherpenisse, in Ooltgensplaat, in de Bovenpolder bij Dubbeldam en in de Wieldrechtse polder op het Eiland van Dordrecht. De arbeiders konden daar wel 22 stuivers per dag verdienen, veel meer dan een geschoold ambachtsman kreeg. Maar die laatste had veel minder zwaar werk, en bovendien het hele jaar door. Polderwerkers begonnen ongeveer in maart en werkten door tot de invallende vorst het werk onmogelijk maakte.