Terug naaar Tijdmachine

1760

Een slagersgilde

In 1760 krijgen ook de slagers een eigen gilde. Onder zekere voorwaarden mochten alle Oosterhouters echter zelf blijven slachten en op zaterdag dat vlees naar de markt brengen. Leden van dit gilde moesten geboren zijn in Oosterhout, en het aantal leden, dat bij de oprichting twaalf was, moest uitsterven tot zes. De dekens zouden het vlees gaan keuren, zodra de door de gemeente aangestelde keurmeester zou zijn overleden. Zij brachten daarvoor keurloon in rekening, dat ze weer zouden afdragen aan de ‘Grote Armen’.